In de strijd tegen illegale houthandel beschikt België sinds kort over een forensisch expertisecentrum, ENFORCE genaamd. Maaike De Ridder en Michael Monnoye, beiden tewerkgesteld als onderzoekers, hebben onze vragen over hun activiteiten beantwoord.
Hoe is het onderzoekscentrum ENFORCE tot stand gekomen?
Maaike De Ridder: In de strijd tegen de illegale houthandel zijn verschillende zorgvuldigheidssystemen ingevoerd door certificeringsinstanties zoals PEFC en FSC, maar ook via de Europese EUTR- en nu EUDRverordeningen. Jammer genoeg volstaan deze mechanismen niet steeds om fraude rond de herkomst of de houtsoort te ontmaskeren. Vandaar het idee van Hans Beeckman, toenmalig hoofd van de dienst Houtbiologie en intussen met pensioen, om een gespecialiseerd centrum op te richten in het Africa-Museum van Tervuren. Onze dienst focust vooral op onderzoek in Centraal-
Afrika, maar voor soortidentificaties is ons bereik wereldwijd.
Wat voor activiteiten voert u uit?
Michael Monnoye: We krijgen verschillende aanvragen, in het kader bijvoorbeeld van controles, onderzoeken of expertises. Er zijn twee scenario’s. Ofwel gaat het om een “determinatie”. In dit geval weten we niet met welke houtsoort we te maken hebben. Ofwel gaat het om een ”verificatie” ter bevestiging of weerlegging van een claim. Na meer dan 130 verificaties zien we dat ongeveer 50 % van de aanvankelijke claims vals waren! Dit werk is vaak complex omdat bepaalde houtsoorten sterk op elkaar lijken en deze onderscheiden geduld en ervaring vraagt. Ons werk helpt zo klanten om leveranciersinfo te checken. Onlangs werkten we bijvoorbeeld mee aan een onderzoek dat aantoonde dat Russisch hout voor Chinees multiplex werd gebruikt.
Hoe slaagt u erin een houtsoort of herkomst te identificeren?
Maaike De Ridder: Voor de bepaling van een houtsoort werken we met de enorme referentiedatabank van Inside Wood en onze eigen houtcollectie, waarin ongeveer 82.000 stalen van 14.000 houtsoorten zijn opgeslagen. Die vergelijken we met de proefstalen en door eliminatie komen we tot één soort of een selecte groep kanshebbers.
Michael Monnoye: Wat de identificatie van de houtsoort betreft, is de anatomische structuur van hout voor heel wat soorten redelijk uniek. Bij de microscopische analyse beschikken we over 160 criteria om de meest overheersende elementen te definiëren om vervolgens met de referentiestalen te vergelijken. Dankzij de historische collectie van het AfricaMuseum behoren we op dit vlak wereldwijd tot de top 3 en beschikken we over de grootste collectie wereldwijd van Afrikaans hout. Wanneer de anatomische analyse niet volstaat, passen we een tweede identificatietechniek toe die op de chemische vingerafdruk van een houtschilfer gebaseerd is. Deze methode werd al met succes door het Amerikaanse gerecht gebruikt. Hier analyseren we het patroon van pieken en dalen op de grafieken, gegenereerd door een speciale massaspectrometer – een duur en uniek toestel in België – om tot de uiteindelijke identificatie te komen. Deze techniek is nog in volle ontwikkeling voor houtig materiaal en we werken dagelijks aan het vergroten van de referentiedatabank. De combinatie van beide technieken biedt nog meer kans op een nauwkeurige identificatie. Tot rechtszaken leidden onze analyses voorlopig nog niet, wel tot extra vragen voor leveranciers rond de gebruikte houtsoorten.

ENFORCE beschikt over een massaspectrometer, een duur en uniek toestel in België.
Maaike De Ridder: Wat de herkomst betreft, meet een commercieel labo bepaalde isotopenverhoudingen in houtstalen die verschillen naargelang de plaats op aarde. Deze hangen onder meer af van verschillen in temperatuur. Onze partner World Forest ID zamelde zo voor berk (Betula sp.) stalen in binnen verschillende landen volgens een vast stramien zodat de waarschijnlijke locatie van exploitatie ingeschat kan worden op kaarten. Die kaarten zijn gebaseerd op complexe AI-modellen en vragen veel tijd en stalen. Alles begint telkens bij de identificatie van een staal want de isotopenverhouding is afhankelijk van de soort. Hoewel de modellen voor berk een heel groot gebied omvatten, zit het hele verspreidingsgebied van berk nog niet in het model. In conflictzones als Rusland en Oekraïne is staalname natuurlijk niet evident en ontbreken er momenteel stukken.
Hoeveel kost een identificatie of herkomstanalyse?
Maaike De Ridder: Eén identificatie kost € 170 tot 220 en een identificatie gekoppeld aan de herkomst kost ongeveer € 550. De prijs is steeds inclusief een volledig rapport. Dat is best een lage prijs voor een bevestiging van een vermoeden van fraude of om ’s nachts op beide oren te kunnen slapen.
En wat zijn uw termijnen?
Maaike De Ridder: Tussen 4 dagen en enkele maanden, afhankelijk van het geval. Je moet sowieso minstens op een maand rekenen om de herkomst te bevestigen.
Wie zijn uw klanten?
Michael Monnoye: Dat is erg uiteenlopend. Aangezien de haven van Antwerpen een van de wereldhavens is voor het transport van hout, werken we uiteraard voor de douanediensten. Na screening van de documenten kan een houtstaal genomen worden voor analyse bij ENFORCE. Maar ons werk kan ook gezien worden als een preventieve maatregel. Zo worden we regelmatig door bedrijven gecontacteerd die er zeker van willen zijn of ze de wetgeving naleven of de correcte prijs betalen voor de ontvangen goederen. Zo stelden we valse of onvolledige verklaringen vast bij Chinees meubilair uit samengesteld hout. Ons werk kan ook van pas komen voor complexere producten zoals MDF. We bieden dus vooral een manier aan om je beter te wapenen met het oog op de toekomstige EUDR-verordening. In ons klantenbestand vind je eveneens kunstgalerijen en sporadisch particulieren die ons inlichtingen vragen met het oog op een expertise.
Wat zijn uw volgende stappen?
Maaike De Ridder: We hebben twee jaar lang van een financiering kunnen genieten die eind 2024 ten einde loopt. We hebben bewezen dat onze dienst een meerwaarde biedt en hebben zicht op financiering die ons werk verlengt tot eind 2025. We beschikken over een omvangrijke collectie en een aanzienlijke knowhow maar hebben weinig tijd om actief ons netwerk verder uit te breiden. Ons droomscenario is een gecentraliseerd online platform op het niveau van de Europese Unie om de beste experts structureel met elkaar in contact te brengen. Dit is nuttig voor moeilijke identificaties of voor het dateren van reeds gekapt hout. De pelletmarkt is een ander gevoelig voorbeeld. In september vond de eerste EU Wildlife Forensics conferentie plaats in Praag en ontmoetten we heel wat collega’s uit juridische en wetenschappelijke kringen. We werken dus verder aan ons stappenplan richting legaal, gedocumenteerd hout.
Meer info over het onderzoekscentrum ENFORCE?
Volgt u de Belgische Houtconfederatie al op LinkedIn?
Bent u al abonnee op ons magazine HoutBedrijf?