[opinie] In het bos werken: het schoonste beroep ter wereld? Of het belangrijkste? 

‘On ne fait pas d’omelette sans casser des œufs.’

Een gezegde dat wel eens de ronde doet onder houtkopers en bosexploitanten. Vreemd? Misschien ook niet, want in de houtsector beseft men maar al te goed dat bomen kappen en hout verhandelen nodig is om lepels, tafels, muziekinstrumenten, parketvloeren, stoelen, huizen en wolkenkrabbers mee te maken. Of: waar gehakt wordt, vallen spaanders. Spijtig toch, dat er zo veel bomen moeten sneuvelen om in basisbehoeftes van de mens te voorzien? Zeer begrijpelijk ook dat meer en meer mensen op die manier reageren wanneer er ‘opnieuw’ het bos of de boom te veel gekapt wordt in de straat om de hoek. Toch is er ook in deze discussie nood aan nuance. Hoe kunnen we namelijk evolueren naar een klimaatvriendelijke bio-economie als we onze grondstoffen van steeds verder halen omdat we onze lokale natuur willen vrijwaren, zelfs als dit gaat om het lokale hernieuwbare materiaal hout? Zijn we dan niet een beetje hypocriet in onze ecologische gedachte?

Maar we hebben toch al zo weinig bos en bomen?

Zeer grof geschat verbruikt elke Vlaming ongeveer 1m³ hout per jaar. En deze hoeveelheid is stijgende, en zal nog verder toenemen als we het streven naar klimaatneutraliteit ter harte nemen. Hout als bouwmateriaal is hier cruciaal omdat het koolstof opslaat in zijn structuur, in tegenstelling tot zijn concurrenten staal en beton, die gekenmerkt worden door een zeer grote koolstofschuld in hun productieproces. Met hout win je dus 2 keer: koolstof opslaan én CO2 uitstoot door andere materialen vermijden. Toch daalt het volume hout dat in Vlaanderen uit onze eigen bossen op de markt gebracht wordt jaarlijks. Zo plaatste het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) als grootste openbare boseigenaar in Vlaanderen vorig jaar ongeveer 50 000 m³ hout op de markt via publieke verkopingen. 4 jaar eerder was dit nog meer dan het dubbele. Reden? Een enorm toegenomen druk vanuit de politiek en de brede maatschappij tegen het kappen van bomen. Vreemd, toch? Zeker als je weet dat de door het ANB beheerde bossen in de regel ecologisch verantwoord beheerd worden. Bovendien is het ook eens goed dat er doordacht gekapt wordt in een bos (dat bos blijft), omdat dit dynamiek, licht, ruimte en opportuniteiten biedt voor meer en nieuwe soorten. En het kan ook nog eens helpen om onze bossen weerbaarder te maken tegen ziektes en plagen. Kappen kan dus ecologisch interessant zijn! Houtkap in de juiste context draagt bij aan ons bosbehoud. Vreemde situatie dus, zou je bijna durven zeggen… Misschien bestaat er echter ook wat verwarring tussen kappen in een bos als deel van duurzaam bosbeheer en ontbossing met het oog op ander landgebruik (beton enzo). Maar dat is een ander verhaal. Eentje waar de Vlaamse houtsector niets mee van doen heeft en ook niets mee van doen wil hebben. Want dat is snijden in eigen vlees. Met recht en reden wordt er gevochten tegen de zoveelste ontbossing. We hebben simpelweg te weinig bomen en bos. Daar zijn we het over eens.

Het schoonste beroep

Ondertussen probeert de bosbeheerder, houtkoper, bosexploitant, paardensleper en houtzager wel nog altijd gewoon zijn kost te verdienen in – zo laten we ons vertellen – ‘het schoonste beroep ter wereld’, zorg dragend voor de bossen, meebouwend aan de basis van de klimaatneutrale bio-economie van morgen. Of dat proberen ze toch. Want als er nog de helft zo veel hout op de markt gebracht wordt, is er ook maar de helft zoveel werk natuurlijk, of moet er over de grens gekeken worden voor brood op de plank. Ook is het niet altijd even evident om de wantrouwige opmerkingen van wandelaar met loslopende hond of jogster in vol ornaat het hoofd te bieden, al zeker niet als de kans bestaat – na duidelijke signalering – dat er wel eens een boom op de weg zou kunnen belanden. Net als op bouwwerven geldt ook op boswerven: ‘safety first’. Alleen is het daar nogal moeilijk om overal Herashekkens rond te zetten… En dan spreken we nog niet over dreigementen of vandalisme aan bosmachines. Goed dat meer en meer mensen het bos op hun eigen manier naar waarde schatten, maar laat ons elkander hier ook de ruimte en het nodige begrip. Gelukkig brengt het bos altijd opnieuw rust en ruimte voor contemplatie. Daarom: boswerker, het schoonste beroep ter wereld, wordt althans wel eens gezegd. Niet zo vreemd overigens voor menig onder ons.

Het belangrijkste beroep

En een belangrijk beroep is het ook ja, want mensen die in het bos werken, van boomplanters tot houthakkers, staan aan de basis van onze houtvoorziening, een sleutelelement in het evolueren naar een klimaatneutrale samenleving met meer bos en bomen. Vreemd zou het zijn moesten we hen vergeten, laat staan in het verdomhoekje duwen. De volgende keer dat je er een aan het werk ziet, wil je hem of haar dan een duimpje geven voor al dat harde, goede werk? Liefst in ’t echt (als het veilig blijft), mag ook digitaal. Het zou een wereld van verschil maken. En als je het echt goed meent, kan je kiezen om hout te kopen in de plaats van… je weet wel…

 

Opinie van Andries Saerens, adjunct-algemeen secretaris van de Belgische Houtconfederatie

 

Volgt u de Belgische Houtconfederatie al op LinkedIn

Een job in de houtsector? Bekijk de jobaanbiedingen van onze leden