Op 3 november nam een tiental leden van de Union des Entrepreneurs de Travaux Forestiers de Wallonie (UETFW, Unie Waalse bosbouwondernemers) deel aan een uitstap naar Duitsland. Een inspirerende dag waarop twee geleide bezoeken elkaar opvolgden: het eerste aan het Arboretum van Wuppertal en het tweede aan het boslaboratorium van Keulen.
De jaarlijkse uitstap van de UETFW, waarvan de leden bij de Belgische Houtconfederatie zijn aangesloten, is stilaan een traditie geworden. Voor talrijke bosbouwondernemers is het de gelegenheid om zich bij te scholen, maar ook om de dagelijkse sleur te doorbreken en om onder collega’s van gedachten te wisselen. Kortom: informele momenten die enorm gewaardeerd werden.
Burgholz Arboretum van Wuppertal
De Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen herbergt het Burgholz Arboretum in Wuppertal. Deze uitzonderlijke site strekt zich over 250 hectaren uit en telt een tweehonderdtal loof- en naaldhoutsoorten van over bijna alle werelddelen.
“Begin jaren 70 was het een experimenteel kweekgebied van uitheemse naaldbomen van het regionale bosbeheer. Vanaf het begin van de jaren 90 werd het aspect van pedagogische bostuin op de voorgrond geplaatst. Vandaag speelt Burgholz in deze Duitse regio opnieuw een voortrekkersrol op het gebied van de combinatie van bosproefpercelen”, licht Norbert Tennhoff van de bosbouwafdeling van het Duitse bosbeheer Wald und Holz NRW ons uit.
Naast de verscheidenheid aan aangeplante boomsoorten, onthouden we het verband tussen de proeven en de economische vooruitzichten op het vlak van de commercialisering van houtsoorten. Een punt waarop tijdens het bezoek meermaals onze aandacht werd gevestigd.
Dit toont aan dat het perfect mogelijk is om onderzoek te voeren naar de veerkracht van bossen en de klimaatverandering, terwijl we de valorisatie van hout als rode draad voor ogen houden.
De gesprekken met Norbert Tennhoff brachten ook het verschil in aanpak naar voren tussen de twee landen, zowel op het vlak van werktuigen als op het gebied van aanplantingstechnieken. De deelnemers maakten kennis met nieuwe aanplantingstechnieken die in Duitsland aangeprezen worden. Zouden we deze methodes kunnen overnemen in België? Afgaande op de reacties van de deelnemers, beantwoordde de uitstap volkomen aan hun verwachtingen door hen andere terreinpraktijken te laten ontdekken. Of hoe ze zich laten inspireren door wat er over onze grenzen gebeurt.
Boslaboratorium van Keulen
In de namiddag toonde Michael Hundt, bosbeheerder voor de stad Keulen, ons twee honderdjarige Byzantijnse hazelaars en leidde hij ons in het Keulse Boslaboratium rond. Stel u geen laboratorium voor met proefbuisjes en koelkasten. Het is eerder een recreatieve openlucht site met experimentele aanplantingen, die in 2010 door de stad Keulen werd opgericht. De site werd gefinancierd door giften van buurtbewoners en lokale ondernemingen. Ze bestudeert verschillende thematische gebieden: het veranderende bos, het energiebos, het klimaatbos en het wildernisbos.
Dit onderzoeksterrein moet nieuwe kennis en informatie aanbrengen over het bos van de toekomst, de manier van beheren en hoe de effecten van de klimaatverandering te beperken. Het maakt het ook mogelijk om de burgers bij het bos en het bosbeheer te betrekken, maar ook om hen te sensibiliseren over de houtoogst.
De mening van de deelnemende bosbouwondernemers aan de uitstap
“Een arboretum dat zich over 250 ha uitstrekt met exotische boomsoorten die sinds meer dan 60 jaar gecombineerd worden, wat een visionaire bosbeheerder die dit in die tijd heeft opgezet! Er kunnen tegenwoordig lessen worden getrokken over het potentieel van deze houtsoorten binnen de context van de huidige klimaatverandering. Dit creëert een onweerstaanbare drang om ‘dingen uit te proberen’.” (Xavier Olivier)
“Wat me opviel, was om al deze niet-inheemse boomsoorten in het landschap te zien opgaan en de houtopstand te verrijken, zoals het geval was met de Byzantijnse hazelaar. De kustsequoia’s maakten het bos groots en de metasequoia’s waren bezienswaardigheden omwille van zowel hun bladerdek als hun natuurlijke holtes in de stam. Ik heb interessante variëteiten (her)ontdekt zoals de grootbladige berk (maximovicziana) of de Virginia tulpenboom die veel indruk op me heeft gemaakt. Sommige van deze bomen bezitten een niet-verwaarloosbaar commercieel potentieel.” (Jean-François Mordant)
“Ik onthoud vooral dat, in tegenstelling tot bepaalde informatie die de ronde doet, de Douglas even ziek is in Duitsland als bij ons. De genetische herkomst van de stekken heeft niets te maken met de gevoeligheid van de Douglas voor andere ziektes. Het is ook interessant om vast te stellen dat een thuja die zich in de correcte omgeving bevindt goed bestand is tegen droogte. De Byzantijnse hazelaar kan een interessante boomsoort zijn in combinatie met onze traaggroeiende loofbomen zoals de eik, de notelaar, de beuk, enz. Op het vlak van de technieken, is het aanplanten met handhak of -bijl een ouderwetse methode. We moeten interesse tonen voor wat er bij onze buren gebeurt.” (Marc Lemaître)
Interesse voor onze volgende uitstappen? Laat het ons weten via contact@houtconfederatie.be